Empirische en pre-emptive therapie
Adviezen
Prioriteit | Medicatie | Opmerking |
---|---|---|
Medicatie: amfotericine B liposomaal (Ambisome) iv 3mg/kg 1dd |
Opmerking:
SWAB remarks neutropene patiënten met onverklaarde koorts |
|
Medicatie: caspofungine iv oplaaddosis 70mg, 50mg 1dd |
Opmerking:
SWAB remarks neutropene patiënten met onverklaarde koorts |
|
Medicatie: amfotericine B liposomaal (Ambisome) iv 3mg/kg 1dd |
Opmerking:
SWAB remarks neutropene patiënten met onverklaarde koorts, mogelijk Zygomycose |
Bronnen
Antimicrobiële middelen
De volgende antimicrobiele middelen zijn verwerkt in deze adviezen:
Externe referenties
Categorie
Metadata
Swab vid: G-8656.2
Bijgewerkt: 07/09/2019 - 18:12
Status: Published
Algemene opmerkingen
Diagnostic-driven (pre-emptieve) therapie gebaseerd op galactomannan screening bij neutropenische patiënten verdient de voorkeur boven empirische therapie. Hiervoor gelden de keuzecriteria zoals vermeld in het hoofdstuk Systemische schimmelinfecties -> Aspergillose -> Invasieve aspergillose met onbekende azol-resistentie.
Intensive care patiënten met onverklaarde sepsis: de indicatie voor empirische therapie bij verdenking op candidemie bij niet-neutropenische patiënten is controversieel. Empirische therapie kan in geselecteerde gevallen worden overwogen. Bij keuze voor empirische antifungale therapie gelden de keuzecriteria zoals vermeld in het hoofdstuk Candidemie.
Bij keuze voor pre-emptieve antifungale therapie op geleide van o.a. galactomannan, HR-CT: Indien aanwijzingen voor invasieve aspergillose:
voriconazol 4 mg/kg 2 dd iv (oplaad 1e dag 6 mg/kg 2 dd);